Gebruikerspodium: studenten TU Delft

Op de faculteit Bouwkunde aan de TU Delft wordt in verschillende richtingen (anders) gebruik gemaakt van geodata, waaronder de geobasisregistraties. Met Oukje van Merle (Stedenbouw) en Pablo Ruben (Geomatics) spraken we over hoe zij geo-informatie inzetten tijdens hun afstudeeronderzoeken. Als uitgangspunt voor het bepalen van stedenbouwkundige strategie bijvoorbeeld. Of, in het geval van Pablo, voor het maken van een gedetailleerder 3D model van de bebouwde omgeving zodat de gemeente Rotterdam een realistische berekening kan maken van het aantal potentiële zonnedaken.

Geodata als uitgangspunt voor stedenbouwkundige intervisies

Terwijl de meeste studenten van de zomer genieten werkt Oukje aan de laatste loodjes van haar afstudeerproject. Op een uitgestorven campus van de TU Delft spreken we elkaar. Oukje combineert sociale data van het CBS met geodata voor het analyseren van stadsdeel Rotterdam-West. “In mijn afstudeerproject gebruik ik deze analyse als startwaarde voor stedenbouwkundige interventies” vertelt Oukje, “daarvoor gebruik ik vooral sociale data zoals economische verschillen of etnische achtergronden in een bepaald gebied.” Via de PDOK viewer laat ze zien hoe ze dat doet. De data van CBS wordt als vierkantjes geprojecteerd op de BGT basiskaart: “vierkantjesstatistiek heet dat,” zegt Oukje, “op deze manier kan je de data heel makkelijk vergelijken en zie je meteen hoe het zich relateert tot de bebouwde omgeving.” Maar er zijn nog veel meer manieren waarop studenten stedenbouw geo-informatie gebruiken. “Het is altijd een middel voor het bepalen van strategie”, concludeert Oukje, “bijvoorbeeld met thema’s als de energietransitie, daarbij is geodata onmisbaar voor het ontwerpen van duurzame stedenbouwkundige interventies”. 

Nieuw 3D model als tussenvariant op LOD2 en LOD3

Ondertussen is ook Pablo aangesloten bij het gesprek, via skype weliswaar want Pablo heeft zijn master Geomatics afgelopen maand afgerond en geniet van een vakantie bij zijn ouders. De opleiding Geomatics for the Built Environment richt zich op het werken met geodata. Met veel enthousiasme vertelt Pablo over zijn afstudeerproject. Hij heeft een tussenvariant gemaakt op level 2 en 3 van de internationale Level Of Detail (LOD) standaarden van cityGML voor gebouwen. Het genereren van 3D modellen gebeurt vaak door het combineren van geo-informatie uit de BGT, BAG en AHN. De BGT omschrijft hierbij de gebouwomtrek op maaiveld, de BAG omschrijft het dakaanzicht en de puntenwolk uit het AHN geeft de verschillende hoogtes weer. “Met deze data kan automatisch een 3D model met de precisie van LOD2 worden gegenereerd,” legt Pablo uit. Dit model beschrijft de geometrie van het gebouw inclusief de vorm van het dak (plat of puntdak bijvoorbeeld). “Maar voor het berekenen hoeveel zonnedaken je in je gemeente kan realiseren is meer detail nodig”, zegt Pablo. “Dan wil je ook weten waar een schoorsteen zit bijvoorbeeld, daar kan je natuurlijk geen zonnepanelen plaatsen,” gaat hij verder. Een 3D model met LOD3, waarin dit soort uitzonderingen wél zichtbaar zijn, kan nu nog niet automatisch gemaakt worden. Pablo heeft daarom het LOD2 model vergeleken met de puntwolk van het AHN en binnen dakvlakken aangewezen waar zich uitzonderingen voordoen. Pablo: “Geometrisch zorgt dit niet voor verandering in het 3D model, semantisch wel! Zo krijg je delen van het dakoppervlak die een extra betekenis krijgen.” Wil je nu berekenen hoeveel zonnedaken je kan realiseren binnen de gemeente? Dan pak je al het bruikbare dakoppervlak minus de oppervlaktes waar bijvoorbeeld de uitzondering “schoorsteen” aan is toegekend.  

Level of Detail standaarden voor 3D objecten van CityGML
Beeld: ©TU Delft
Level of Detail standaarden voor 3D objecten van CityGML

Gebruikersfeedback

Het gebruik van geodata op faculteit Bouwkunde, met name bij de masteropleidingen Stedenbouw en Geomatics wordt steeds intensiever: “tegenwoordig is het zelfs een verplicht onderdeel van het curriculum bij Stedenbouw,” vertelt Oukje. De voorbeelden van Oukje en Pablo gaan beiden uit van het gebruik van geodata in samenhang. Die samenhang is alleen niet altijd vanzelfsprekend legt Pablo uit: “nu moet ik de data uit de BAG los in tegels downloaden en handmatig weer aan elkaar plakken om ze over de BGT te leggen, dat kost veel tijd.” Ook wordt het gebruik in samenhang soms beperkt door het gebrek aan metadata zegt Pablo, oftewel: informatie die iets zegt over de oorsprong, het karakter of de kwaliteit van de data. “Deze informatie bestaat dan wel, maar is (nog) niet openbaar beschikbaar” voegt Pablo toe. 

Bekijk het afstudeerverslag en Pablo’s code via de TU Delft Repository.